Want Mac en Daisy zijn de weg een beetje kwijt!
Mac doet zijn neus nogmaals in de lucht om wat meer inzicht te krijgen wat hij nou precies hoort. “Dit is niet normaal hoor vrouwtje” bromt Mac. “Nou Mac volgens mij hoor je dingen die er niet zijn want ik hoor niets raars en is er dus niets aan de hand.” mompelde ik. Al is Daisy het ook eens met haar broer, want zij hoorde het geluid ook. Zij kan het geluid ook niet echt plaatsen. Dan horen we het geluid nogmaals en ik moet wel heel eerlijk zeggen dat het lijkt op een vogel met zware bronchitis.
Mac is het totaal niet met me eens dat er niets aan de hand is. Hij weet het nu vrijwel zeker dit is niet normaal en moet weggejaagd worden. “Daisy kom op we gaan deze rare snuiter wegjagen” en met veel machtsvertoon spurt de twee op weg, waar het geluid volgens Mac vandaan komt. En ik sta perplex te kijken naar die twee suffe mutsen. Nog een keer kijk ik naar de vogel die hoog in de boom zit te fluiten, tenminste het moet fluiten voorstellen, maar ik ben het wel met mijn boelies eens dat deze vogel echt een heel raar geluid produceert.
Ondertussen zijn mijn boelen weg en ik ben er nu wel weer klaar mee. Ik begin naar mijn boerboelen te fluiten, niet zo’n bronchitisfluitje als de vogel, maar zo eentje dat mijn boelies weet “het vrouwtje roept, we moeten terug komen”. Dan zie ik Daisy achter het hek en ze heeft geen idee meer hoe ze terug naar het pad moet komen.
Terwijl ik zuchtend richting Daisy loopt moet ik ineens denken aan mijn woorden dat een Boerboel kan denken, omdat ze toch maar mooi situaties in moeten schatten als er ongenodigde gasten onze erf betreden, want dat zit nou eenmaal in hun bloed en genen, al weet ik nu zeker dat dit niet voor mijn boelies geldt want die snappen niet eens dat ze dezelfde weg zoals ze heen gingen ook weer terug zouden moeten nemen.
Opeens hoor ik een verschrikkelijk geluid! Ik schrik me dan ook wild, want ergens in het bos hoor ik een enorm gehuil. Het gaat door merg en been en dit kan maar één ding betekenen. Mac heeft zich bezeerd! Nu is het mijn beurt om als een bezetene naar het hek te rennen, om er zo snel mogelijk omheen te komen. Daisy die ondertussen vele manieren probeert te verzinnen om over een sloot heen te komen. Als alle manieren niet het resultaat boekt die ze had bedacht , begint ze nu ook zachtjes te piepen.
‘’Lieverd denk toch eens na.’’ roep ik tegen Daisy! ‘’Hier ben ik en je moet zo langs het hek, dat weet je toch wel ,’’ als ze me ziet is ze zo blij dat ze niet weet hoe snel ze naar me toe moet rennen. Terwijl ik wanhopig naar Mac zoek die nog steeds zielig aan het piepen is, zie ik hem opeens staan, hij staat op een zandheuvel intens te huilen. “MACCIE!” roep ik luid “wat is er nou?” Mac die me ineens ziet staan rent keihard de andere kant op dieper het bos in. ‘’Nee hé wat gaat hij nou weer doen?’’ roep ik verschrikt tegen mijn prinsesje.
‘’Mac! Kom maar knul hier ben ik!” En met een spurt rent hij via een giga omweg naar mij toe, zo ontzettend blij dat hij me gevonden heeft. Zijn grote kop verstopt hij dan ook gelijk tussen mijn armen en ik zie zijn tranen over zijn wangen rollen. Mac is echt de enige hond die echt kan huilen denk ik met verbijstering.” Och arme knul” zeg ik nog een keer tegen hem terwijl ik hem heerlijk doodknuffel.
Daisy die dolblij is dat we weer bij elkaar zijn loopt alvast naar de weg terug naar huis. Ondertussen laat Mac mij niet meer alleen. Eén keer het vrouwtje kwijt raken is genoeg vind hij! Maar terwijl hij dit denkt ziet hij ineens een vreemde hond zijn kant op lopen. Dan is zijn goede voornemens ineens helemaal weg en begint hij keihard naar de hond te rennen. ”MAC! Doe normaal kom terug,’’ mijn woorden zijn ineens heel veel waard voor mijn suffe jongen, want hij weet niet hoe snel hij weer naar mij toe moet komen rennen en komt slippend voor mijn voeten tot stilstand. ‘’Goed zo jongen, zo ben je heel braaf.’’