De jongen keek beteuterd naar zijn hand! Opa Diezel heel ondeugend!
Mijn boerboel opa, Mijn boerboel opa! Altijd als we samen zijn hebben we veel plezier. Hij wandelt erop los en ik verander heel geleidelijk aan in een ware weekdier. Opa wijst de weg en Anita die heeft reuze pech. We gaan nog niet naar huis! Nog lange niet, nog lange niet! Want nergens in heel Europa is er zo’n eigenwijze oude boerboel opa zoals hij!
Ook zeggen ze wel eens hoe ouder hoe gekker! Nou dit geldt zeer zeker voor onze oude knar. Natuurlijk is Diezel ook weer niet super oud maar met zijn bijna 9 jaar zie je toch wel dat hij langzaam aan het aftakelen is. Lichte artrose aan zijn achterhand en ook dementie die om de hoek komt kijken.
Als ik voor de zoveelste keer door mijn suffe oude boerboel meegesleurd wordt naar dat mooier lekker plekje aan de overkant, moet ik toch even gniffelend en aan de keren denken, dat mijn vader weer opgebeld werd door oude buurvrouw Smidtje! “Gerard de verwarming doet het niet meer kan je alsjeblieft even komen kijken!”. Mijn vader loopt naar de buurvrouw en ziet dat de thermostaat op 15 staat. Linda en ik zijn allang naar boven gerend om via onze slaapkamer raam het hele gebeuren te aanschouwen.
Zodra mijn vader de thermostaat hoger heeft gezet en weer naar huis is terug gegaan, doet de oude buurvrouw de thermostaat weer op 15 en horen wij al snel de telefoon gaan. Ja hoor buurvrouw Smidtje aan de telefoon of mijn vader weer even langs kan komen, want de kachel heeft het weer begeven. Ik heb nog steeds bewondering voor mijn vader zijn geduld. Bij Diezel zie je hetzelfde gedrag als hij iets leuk vind of hij wilt gewoon aandacht dan kan hij iets blijven herhalen en moet je hem er echt uithalen –en dat is geen pretje, want ook al is hij oud zijn kracht is nog steeds bewonderenswaardig-.
Diezel en ik hebben van mijn zwagers Ruud en Eric een Flexlijn gehad en dit blijkt best reuze handig te zijn. Natuurlijk heb ik altijd gezegd dat ik tegen zo’n riem bent, maar ik moet toegeven dat dit voor Diezel een fijne uitvinding is. Diezel kan zo iets beter door de bosjes struinen en hij sleurt mij nu niet overal mee naar toe. Ik kan nu wat rustiger mee lopen, zonder dat ik op plekken kom die ik eigenlijk niet graag van dichtbij wilde zien –dit geldt vooral voor de sloot-.
Als je voor de zoveelste keer de brug over bent gegaan en ook de sloot 2x van zeer dichtbij heb meegemaakt hoop je dat Diezel het wel weer zat is, maar nee Diezel kan zijn lol niet op en besluit bij zijn vriendje het Shetje te gaan kijken. Gelukkig heb ik wat worteltjes in mijn zak – altijd handig want je weet nooit wanneer je worteltjes nodig hebt! Ik vind ook dat ieder mens worteltjes in hun zak moeten hebben.- en geef het lieve Shetje ventje een lekker worteltje.
Diezel zit dat zo eens te bekijken en vindt eigenlijk dat hij eerst moet voorproeven, want beweert hij zijn vriendje mag natuurlijk niet vergiftigd worden. Oké ik ben niet moeilijk en geeft mijn boerboel ventje ook een lekker stukje wortel. Wat uiteraard totaal niet gewaardeerd wordt en op de grond beland. Gelukkig vindt het Shetje de peentjes heerlijk en smult er goed van.
“Schat geef die pony maar ook een boterham” roept een mama tegen haar zoontje. Het jongetje rent onze kant op met een hele grote lekkere witte boterham. Hij probeert hierna de boterham door het gaas te proppen om zo bij de pony te komen. Diezel kijkt dit met verbaasde en hongerige blik aan en je ziet hem denken “Hé hallo! Wat doe je nou ik wil die lekkere boterham wel hebben”.
“Lieverd je moet de boterham wel even in stukjes breken, het paardje kan het niet heel naar binnen werken” roept de moeder weer naar haar zoon. Het jongetje kijkt naar de boterham en dan naar Diezel die met zijn allerliefste blik naar hem zit te kijken. “Wil jij ook een stukje boterham” vraagt hij aan Diezel. Terwijl hij dit aan Diezel vraagt doet hij zijn hand iets naar voren en als zijn moeder roept “schat eerst…….” En verder komt ze niet, want Diezel is al naar voren geschoten en pakt in 1x de hele boterham in zijn bek. “vragen of hij wel een boterham mag “ maakt de vrouw verbaasd haar zin af.
De jongen kijkt mij beteuterd aan terwijl hij naar zijn hand kijkt, waar eerst een hele grote mooie witte boterham zat. “Diezel!” roep ik een beetje boos “wat doe je nou! Je mocht een stukje, niet de hele boterham!” Om de boel nog een beetje te redden zeg ik tegen de jongen “wauw die heeft een honger! Zag je dat – hallo domme doos alsof de jongen blind is, hij was bijna al zijn vingers kwijtgeraakt door een uitgehongerde oude boerboel opa- hij vond je boterham wel heel lekker”.
Terwijl de moeder van de jongen me lachend aankijkt en zegt dat het logisch is dat Diezel ook wel een lekker hapje wilde hebben, probeer ik mijn ventje mee te krijgen, maar door die lekkere boterham heeft hij trek gekregen in meer. Tjonge jonge vier poten in het grind en hij heeft besloten om hier net zolang te blijven totdat hij het hele broodzakje heeft opgegeten.
Als meetrekken/sleuren niet werkt haal ik mijn voertjes uit mijn zak en probeer hem hiermee te lokken. Gelukkig lukt het en met heel veel moeite kunnen we ons snel uit de voeten maken. Heftig zo’n gekke opa en ik besluit dat het tijd is om naar huis te gaan. Tenminste als Diezel dit goedvind natuurlijk.
Na twee rondjes verder en nadat we een man met tas de stuipen op de lijf hebben gejaagd -omdat Diezel er zeker van was dat hier ook best iets lekker is zou zitten- om als een jonge boerboel op de man af te hinken – en Diezel blijft toch een te grote vent voor de meeste mensen- komen we eindelijk in onze straat aan….