Daarom schiet het thuiswerken niet echt op deze ochtend!
Een poot slaat tegen het raam! Eén keer, twee keer en als ik naar buiten kijk schud ik lachend mijn hoofd. Mijn grote lieve beer staat voor de zoveelste keer voor het raam i.p.v. de schuifpui. “Diezel!” roep ik lachend “de deur staat open!” Ik steek mijn hoofd door de deur en blij komt mijn vriendje, maatje op mijn afgestrompeld.
Binnen sta ik met een handdoek klaar om mijn oude natte boerboel even lekker droog te wrijven. Dit laat mijn boel zich geen twee keer zeggen en stort brommend en blij in mijn armen. Als ik na een paar minuten klaar ben met het zorgvuldig afdrogen van mijn grote oude boerboelvent, draait hij zich weer om en rent de stromende regen weer in.
Schuddend met mijn hoofd van “nee hé, daar gaat hij weer” kijk ik hem na en ga weer achter mijn computer zitten. Deze dag ben ik heerlijk aan het thuiswerken en geniet ondertussen van al dat moois om me heen. Mac ligt op zijn kussen bij de bank en de meiden snurken erop los op de bank, terwijl Diezel zich amuseert in de regen.
Daaraan kan je zien dat mijn opa boerboel echt oud wordt, want vroeger als het regende ging hij echt niet naar buiten geen haar op zijn kop die daaraan dacht. Nu staat hij vol ongeduld te wachten tot ik de deur open doe –als een portier die speciaal voor hem is aangesteld- en hem naar buiten laat.
Weer staat hij voor het raam te jengelen “ik wil weer naar binnen” roept hij nog net niet en zuchtend loop ik weer naar de schuifpui om mijn vriendje voor de zoveelste keer te vertellen dat die deur nog steeds gewoon open staat. Wachtend met een handdoek in mijn handen rent mijn boerboel weer in mijn armen voor de volgende afdroogbeurt.
Als ik klaar ben en weer voor de zoveelste keer achter mijn pc gaat zitten om de uren van mijn meiden in te voeren, rent mijn boerboel weer naar buiten. “Waarom ga je nu alweer naar buiten?” schreeuw ik naar mijn Diezel “blijf toch gewoon binnen!” roep ik bijna wanhopig. “Blijft hij dit nu continu doen” denk ik bij mezelf.
Ja hoor daar komt hij weer! Maar wat een wonder hij heeft de deur gevonden, dat scheelt in ieder geval weer heen en weer lopen. Diezel rent naar binnen en blijft voor mijn stoel staan en kijkt me doordringend aan. “Ja Diezel! Wat is er?” vraag ik hem hopend dat hij antwoord gaat geven op deze eigenlijk best domme vraag –wauw wat zou ik schrikken als Diezel ineens gaat zeggen “nou vrouwtje het zit zo ik ben een beetje nat geworden door de regen droog me even af wil je”-.
Als Diezel met zijn poot me een duw geeft en hij zijn kop ook nog in de strijd gaat gooien weet ik best wel wat hij wilt. Zuchtend sta ik voor de zoveelste keer op en pak de blauwe zachte badhanddoek en begin aan mijn honderdste afdroogsessie. “Diezel nu stop je ermee hoor! Zo kom ik nooit aan werken toe” fluister ik in zijn flappers al is mijn gefluister wel wat harder tegenwoordig, want oude mannen zijn wat doof dus mijn Diezel vast ook – want luisteren wordt voor hem steeds lastiger-.
De één heeft een kind thuis zitten die continu aandacht vraagt als ze aan het thuiswerken zijn en ik heb een boerboel die doet alsof ik er alleen maar ben voor zijn gemak. Het fijnste is toch wel als Diezel eindelijk besluit dat hij nu genoeg buiten is geweest hij het prettig vind om Mac wakker te maken. Als Mac Diezel even verteld dat hij normaal moet doen, want zie je niet dat ik slaap is de hek van de dam en gaat mama zich ermee bemoeien.
Binnen no time heb ik vier boerboelen die elkaar om hun oren vliegen en wordt mijn inboedel even op zijn gemak verbouwd. De bank vliegt naar de muur, de stoel knalt tegen de salontafel en ik schud triest mijn hoofd. Als de telefoon gaat en een leverancier aan de telefoon hangt moet ik hem eerst uitleggen wat er bij mij in hemelsnaam aan de hand is en of alles wel goed gaat.
“Ach mijn honden zijn het niet helemaal eens met de inrichting van mijn huis ben ik bang” vertel ik hem een beetje wanhopig. “Het komt wel goed” verzeker ik hem zodra hij zijn zorgen kenbaar maakt. “Als ik er zo genoeg van heb is het zo weer voorbij” vertel ik hem en ik voeg de daad bij het woord, want ze maken zo’n lawaai dat een normaal gesprek niet echt mogelijk maakt.
Als de rust weer in huize Elkerbout wedergekeerd is begin ik weer met poging “de zoveelste” om te werken en wat een geluk door al dat drukke gedoe zijn mijn boelies moe geworden en liggen al heel snel allemaal diep te snurken…fijn nu kan ik me eindelijk weer nuttig maken voor de baas!